‘Minder pillen betekent vaak meer leven’
Veel bewoners met dementie in het verpleeghuis krijgen rustgevende medicatie (psychofarmaca). Soms zijn die nodig, maar vaak ook niet meer. Specialist ouderengeneeskunde Betty Birkenhäger van Laurens werkt daarom mee aan het project Beter Af Met Minder (BAMM).
Om maar meteen een heilig huisje omver te schoppen: ‘Soms maakt een pil weinig verschil’, zegt Betty. ‘Want de gunstige effecten van onrustmedicatie zijn beperkt of verdwijnen na verloop van tijd. Terwijl de nadelige effecten blijven: sufheid, bewegingsstoornissen en risico op vallen.’
Meer leven
Sinds Betty in 2010 werkt als specialist ouderengeneeskunde, is ze alert op onrustmedicatie. ‘Soms zag ik bewoners die nauwelijks nog reageerden op hun omgeving. Na afbouw kwamen ze weer tot leven. Ze hielpen in de huiskamer of maakten weer een praatje. Je wilt dat mensen in hun laatste fase ook nog wat kunnen ervaren. Minder medicatie betekent vaak meer kwaliteit van leven.’
Agressie en angst
Het motto van Betty is: niet zo weinig mogelijk, maar zo zinvol mogelijk. ‘Soms is medicatie wél een goede keuze. Bijvoorbeeld bij ernstige angst of agressie. Dat kan leiden tot agressief gedrag tegen verzorgenden. Of tot lijden voor de bewoner zelf. Niemand wil tenslotte bijten of slaan. Maar ook dan moet je regelmatig kijken of de medicatie nog nodig is. Soms veranderen de omstandigheden ten gunste. Bijvoorbeeld omdat iemand vaker gaat wandelen of er meer rust is in de woonkamer. Ook dan kun je de medicatie weer afbouwen.’
Pijn bij wassen
Voorschrijven én afbouwen van onrustmedicatie vragen om een gezamenlijke aanpak. ‘Als verzorgenden om medicatie vragen, overleg ik met hen. Ook de psycholoog en soms andere behandelaren schuiven aan bij dat overleg’, vertelt Betty. ‘Een belangrijke voorwaarde die de richtlijn stelt voordat ik medicatie mag voorschrijven, is: is alles gedaan om het onbegrepen gedrag aan te pakken? Een bewoner die de verzorgende slaat bij het wassen, kan bijvoorbeeld pijn hebben. Dan kan de ergotherapeut meedenken of het anders kan.’
Veilig afbouwen
Ook afbouwen gebeurt in goed overleg. ‘Verzorgenden zijn weleens bang dat onrust of agressie terugkomt. Familieleden vrezen dat hun naaste meer zorg of toezicht nodig heeft. ‘Daarom bouwen we af in kleine stappen’, legt Betty uit. ‘Zo gebeurt het veilig en kunnen we het gedrag van de bewoner volgen. Ook is er ruimte voor de signalen van de mensen die elke dag voor hem of haar zorgen. Dat geeft de verzorgenden en de familie vertrouwen.’
Lastig of gevaarlijk?
Het project BAMM komt op een goed moment. ‘Juist de verzorgende heeft een belangrijke signalerende functie, maar denkt niet altijd meteen aan het verminderen van de onrustmedicatie. Soms ook omdat bewoners die al heel lang krijgen.’ BAMM stimuleert verzorgenden om het gesprek over medicatie aan te gaan en met elkaar, de arts en de psycholoog naar alternatieven te zoeken.’ Of ik nog een tip voor verzorgenden heb? Vraag je af voor wie het gedrag lastig is en is het gevaarlijk of alleen onhandig? We hadden een meneer die ’s avonds in zijn kamer spullen op de grond gooide uit onrust. We besloten het even te laten gaan en niet direct onrustmedicatie te geven een halfuur later was hij in slaap gevallen. Het kan vaak anders.’
Benieuwd naar de andere vier interviews? Lees ze hier
Meer weten over het project BAMM? Bekijk de projectpagina