Tips: communiceren met mensen met dementie
Communiceren met mensen met een vorm van dementie, bijvoorbeeld Alzheimer, kan lastig zijn. Een alledaagse vraag als: wat hebt u vandaag gedaan? kan iemand onzeker maken, omdat hij of zij het niet meer weet. De 10 tips van de Academische Werkplaats Dementie helpen jou om goed contact te maken met mensen met dementie.
Wat is de kaart met 10 tips voor de communicatie met mensen met dementie?
De 10 tips om beter te communiceren met mensen met dementie zijn verkrijgbaar op een handige kaart (A6-formaat). Deze kaart is ontwikkeld door de Academische Werkplaats Dementie. Je kunt de tips gratis downloaden als pdf, maar ze staan ook verder op deze pagina.
Hoe gebruik je de kaart met communicatietips?
De kaart met 10 tips voor de communicatie met mensen met dementie kun je gemakkelijk uitdelen aan verzorgenden en familieleden van mensen met dementie. Ook kun je de kaart gebruiken als geheugensteuntje voor jezelf.
Waarom bieden we de kaart aan?
Goed communiceren met mensen met dementie is belangrijk. Als je iemand met dementie op de juiste manier aanspreekt, kun je veel dingen vragen en bespreekbaar maken. En als je open met je cliënt kunt praten over (de gevolgen van) dementie, kun je betere zorg en ondersteuning bieden. Daarnaast maakt goed contact tussen cliënt en mantelzorger hun leven samen prettiger.
De 10 tips om beter te communiceren met mensen met dementie:
1 Maak je bekend
Noem iemand bij naam. Stel jezelf voor en vertel wat je komt doen. Een naambordje helpt. Iemand met dementie herkent jou mogelijk niet.
2 Leg contact met aandacht
Ga dicht bij iemand met dementie staan. Zak door je knieën of ga op een stoel zitten. Houd je hoofd dicht bij het hoofd van de ander en maak oogcontact. Let op je mimiek en kijk vriendelijk. Pak iemands hand als hij of zij dat prettig vindt. Praat met zachte stem (tenzij iemand slecht hoort).
3 Houd het simpel
Doe 1 ding tegelijk. Praat over 1 onderwerp en stel 1 vraag tegelijk. Houd het tempo laag en vermijd storende achtergrondgeluiden.
4 Let op iemands reactie
Let op hoe iemand reageert en ga daarop in. Benoem de gevoelens die je bij iemand ziet of hoort (blijdschap, verdriet, boosheid, angst).
5 Bevestig gevoelens
Beaam verdriet of boosheid. Geef iemand ruimte om zijn of haar gevoelens te tonen en ontken of negeer die emoties niet. Zeg niet: “Ik vergeet ook weleens wat”, maar bevestig dat het erg is om zo veel te vergeten.
6 Ken iemands levensloop
Zorg dat je op de hoogte bent van belangrijke gebeurtenissen of periodes in iemands leven. Vraag de familie ernaar. Of vraag naar voorwerpen die veel voor iemand betekenen.
7 Deel complimentjes uit
Geef iemand met dementie veel complimenten. Bedank uitbundig als iemand je geholpen heeft. Corrigeer zo min mogelijk en bestraf niet.
8 Neem mensen met dementie serieus
Ga serieus in op wat iemand zegt en lach hem of haar niet uit. Probeer erachter te komen wat iemand bedoelt door verder te vragen of woorden of zinnen te herhalen.
9 Vraag niet naar feiten of gebeurtenissen van vandaag of gisteren
Vraag: “Hoe was uw dag?”, of: “Hebt u een prettige dag gehad?” Vraag niet naar specifieke gebeurtenissen, zoals: “Was het bezoek van uw dochter leuk?”
10 Toon betrokkenheid
Toon belangstelling voor iemands verhaal, ook als je het al meerdere keren hebt gehoord. Vraag door naar hoe iemand het beleefd heeft, wat iemand ervan vond.
Meer lezen over omgaan met dementie
- Bekijk de tool Omgaan met probleemgedrag bij dementie: de ABCs-methode
- Bekijk de tool Signaleringskaartje dementie